Roken

Snel, ik moet haast maken. Voor ik naar bed ga nog even naar beneden om een sigaretje te roken…oh nee, ik ben gestopt. Toch alweer een week, maar de gedachte blijft nog maar slecht hangen. Elke ochtend controleer ik nog mijn broekzak op een aansteker, maar dit is een overbodig gereedschap geworden.

Bij binnenkomst wordt mijn blik nog altijd getrokken naar de plek op het tafeltje naast de bank waar het pakje Cabellero lag. Tijdens werkuren denk na het afronden van een taak nog bijna elke keer: ‘Zo, nu eerst even…oh nee’. En ik kan het niet helpen dat zich dan een licht teleurgesteld gevoel zich van me meester maakt.

Nee, ik zou wel even stoer middels de methode ‘Koude Kalkoen’ de peuken uit mijn leven gommen. Een gewoonte die na twaalf jaar een plekje in mijn leven had veroverd, er keihard uitmeppen. En nee, ik zou ook niet gaan eten als vervanging. Inmiddels heb ik vanavond een pak koeken en een reep chocolade op en is het maar goed dat ik daar licht misselijk van ben geworden, want er staat nog een bus chips op tafel.

Maar het is allemaal goed en de moeite waard: mijn vriendin hoeft niet meer de deur open te zetten tegen de rook. Ik hoef niet in een bakje wisselgeld op zoek naar die resterende twintig eurocent om mee te nemen in de stromende regen naar het dichtst bijzijnde cafetaria om sigaretten te halen. En hoewel ik uiteindelijk opgelucht ben op dat late uur nog sigaretten te kunnen kopen, ga ik alsnog chagerijnig naar bed omdat ze mijn merk niet hadden en ik dus aan een Pall Mall zit te lurken. Argh.

Asbakken hoeven niet meer te worden schoongemaakt, er hoeft niet naarstig te worden gezocht naar een paar minuutjes om te roken, de wereld lijkt grotendeels blij met deze beslissing en het uitzoeken van een zitplek in de trein is veel eenvoudiger. En ik hou geld op zak, heb meer adem, wordt beter wakker. Nu kan ik gaan sporten, zal ik een gezonder leven leiden, kijken mensen me niet meer vies aan en hoef ik in openbare gelegenheden of op feestjes niet op zoek naar een asbak.

Mijn god! Wat moet ik dan gaan doen? Met mensen praten?! Gewoon een beetje staan? Waar laat ik mijn handen? Wat ik als de onbedwingbare neiging krijg mijn lippen te tuiten en hard uit te blazen? Dat is als een hond uitlaten, zonder hond. Mensen zijn nu al met me aan het mee-niet-roken. Schaadt dat de gezondheid niet?

(wordt vervolgd…)

Leave a Reply