Vriendinnenvoetbal

“Oeh, wat jammer.”
“Neehee, dat is niet jammer.”

Samen met je vriendin naar voetbal kijken, kan best leuk zijn, maar mijn vriendin heeft nog moeite met het feit dat elke actie van de tegenstander die mislukt bij voorbaat niet jammer is. En als een actie wel lukt, is het sowieso geen mooie actie. Zeker niet als Ajax speelt. Maar goed, u kent dat, de shirtjes zijn leuk, een paar Italianen of Spanjaarden met mooi lang haar draven rond en dan zijn we gewoon voor die ploeg.

Toch vind ik het wel leuk als mijn vriendin meekijkt naar voetbal. Meerdere dappere pogingen heb ik al ondernomen om de buitenspelval uit te leggen en het lijkt erop dat ik daar in geslaagd ben. Begrijp me niet verkeerd, ik weet dat een vrouw over ruimschoots voldoende intelligentie beschikt om de regel verstandelijk te kunnen begrijpen. Het is alleen de uitdaging voor de man om de interesse lang genoeg vast te kunnen houden.

Dan is er nog het juichen na een doelpunt. De man klapt, schreeuwt wellicht en als het een erg mooi doelpunt is, dan wil de man zelfs nog wel eens uit zijn zetel opspringen. Zelf ook een beetje lichaamsbeweging, zullen we maar denken. Dat wil mijn vriendin nog wel eens te ver gaan. En de kat stuift overigens ook nog steeds elke keer uit haar mand. Gelukkig voor vriendin en kat kwam dat vanavond maar een keer voor. Het was wel een uit-de-zetel-spring-doelpunt.

Het praten tijdens een wedstrijd is natuurlijk ook van vitaal belang voor de beleving. Wat? Litmanen niet erin en Yakubu wel? Gaat ie lopen verdedigen? Altijd dom, zelf het initiatief nemen. Ooh, dit gaat helemaal fout. Een gesprekspartner is absoluut overbodig; de wedstrijd op het televisiescherm is ruim voldoende voor een ellenlange conversatie.

Erg leuk wordt het als vriendinlief mee gaat praten. Dat is glad ijs. “Het was toch jammer van zijn knie.” Van Basten was geblesseerd aan zijn enkel, liefje. “Oh ja, maar hij scoorde wel dat prachtige doelpunt tegen Argentinie, toch?” Nee, dat was Bergkamp. “Oh Bergkamp ja, die van die omhaal.” Laat maar, laat nou maar gewoon.

Het pijnlijkste is echter de slotfase. Tandenknarsend voor de tv. Een krappe voorsprong, de verdediging kraakt, kans op kans voor de tegenstander. Nog drie minuten blessuretijd. Drie minuten! Veel te veel. Het lijkt te lukken. De scheids heeft afgeblazen! Toch? Niet? Jawel, gewonnen!! En dan is de reactie van vriendinlief: “Zo, is het eindelijk afgelopen? Is er nog wat leuks op vanavond?”

Disclaimer: Elke overeenkomst of gelijkenis met bestaande personen berust op zuiver toeval.

Leave a Reply