Het wezen der dingen

De spanning was voelbaar. Er was beweging rondom de gevangenis en dat kon maar een ding betekenen. Ieder moment zo er een van hun worden afgevoerd. Het ritueel was wreed en elke keer exact hetzelfde. De donkere gevangenis werd even verlicht en er werd een slachtoffer uitgekozen. Die werd ruw bij ze weggehaald. Als hij brak, konden ze het in de gevangenis nog horen. Het resultaat was dat het proces opnieuw begon en een nieuw slachtoffer werd meegenomen. Soms werden op die manier in korte tijd drie van zijn kameraden afgevoerd. Nooit zagen ze de ongelukkigen terug.

Ze zaten bovenop elkaar in deze donkere ruimte. Hun koppen waren zo rood aangelopen dat die nog een beetje herkenbaar waren. Verder was er niks te zien. Als hun gevangenis werd geopend om een slachtoffer uit te zoeken, kon hij een blik om zich heen werpen. Hij had gezien dat ze ongeveer met z’n dertigen waren opgesloten. De ruimte was veel te krap en ze botsten continu tegen elkaar. Hoe lang moet deze verschrikking nog duren? En wat deden ze toch met de celgenoten die weg werden gehaald?

Hij probeerde zich wat af te zetten om wat ruimte te maken voor zichzelf. En tegelijkertijd zichzelf naar een hoek te drukken. Dat lukte maar moeilijk. De anderen hadden hem gelijk door. Als hij zich in een hoek drukte, werd de kans groter dat een ander werd meegenomen. En dus duwden ze hem terug. Maar hij kon de hoop niet opgeven. Moest blijven vechten. Zichzelf klein maken en in een hoekje duwen, gaf hem de beste overlevingskans. Misschien zagen ze hem dan niet. De anderen hadden pech, hij bleef duwen. Hoeveel ze ook op hem scholden.

Een lichtstraal viel binnen in hun gevangenis. Paniek brak uit en de angst was zelfs in het duister te zien. Totdat de cel volledig was geopend. Wie zouden ze kiezen. Hij probeerde zich nog verder weg te wurmen. Oh schiet op. Neem mij dan maar. Dan is het voorbij. Vlak naast hem werd een van zijn maten gegrepen. Hij kon een gil onderdrukken. Dat scheelde niks. Maar hij leefde nog. Hij leefde nog! Hopelijk wist deze heel te blijven. Hij mocht niet breken. Dan was alles voor niks.

Die gedachte was al achterhaald nog voordat hij het gedacht had. Het kraken was duidelijk te horen. Het ging door merg en been, zo luid en duidelijk brak zijn kameraad in tweeen. Bijna meteen werd een nieuw slachtoffer gezocht. Er werd bij hem in de buurt gegraaid, mis gegrepen, nog eens geprobeerd en dat werd hem fataal. Het was gedaan. Over en uit. Hij werd stevig vast gegrepen en kon geen kant uit. Hoe hard hij ook probeerde. Meer dan duizend gedachten vlogen door hem heen. Had hij nog kansen? Wat gebeurde er eigenlijk buiten de gevangenis? Kon hij nog vluchten?

Schichtig keek om zich heen. Zijn kameraden lagen roerloos in de gevangenis naar hem te staren. Hij wist wat ze hoopten. Dat hij resultaat zou leveren, zodat ze weer een poos rust hadden. Maar wat moest hij doen? Waar waren alle kameraden gebleven die in het verleden waren afgevoerd? En zou hij het overleven? De buitenkant van de gevangenis zag er een stuk sierlijker uit dan de binnenkant. Een grote zwarte vogel versierde het dak en de zijkanten waren versierd met een motief. Dat motief was wel ernstig beschadigd. Er liep een grote witte veeg doorheen. Had iemand geprobeerd binnen te breken om ze te bevrijden?

Hij kreeg niet veel kans om zichzelf nog meer vragen te stellen. De gebeurtenissen daarna zijn bijkans te wreed om te beschrijven. Met een snelle beweging werd hij met zijn hoofd langs de zijkant geduwd. Ze drukten zijn hoofd hard tegen het beschadigde motief en met een ruk werd hij er langs geschuurd. Hij voelde het schroeien. Nee! Dit is onmenselijk! Hij kermde het uit. Nog een keer, nog pijnlijker deze keer. Hou op! Maak er eind aan. De derde keer was fataal. Zijn kop leek wel in brand te staan. Wat?! Dat leek niet zo. Hij stond echt in brand! Ze hadden hem in de fik gestoken!

Ongeloof, afkeer en walging maakten plaats voor een enorme pijnscheut. Dit kon niet waar zijn, niemand was zo wreed. Dit kon niet waar zijn, dit kon toch nooit, nimmer, niet waar zijn. Hij wierp nog een blik op zijn gevangenis. Nog net kon hij letters opmaken boven de zwarte vogel voor hij definitief bezweek. “Sakerhets Tandstickor”

Leave a Reply