Spontane ontmoetingen

Stel: jongen zit in trein, tegenover hem zit een meisje. Naast het meisje komt iemand te zitten. Binnen twee tellen stapt hij op. Een dikke vrouw komt naast het meisje zitten. Ook deze stapt weer op. Het meisje kijkt de jongen aan. Gespreksstof aanwezig. Oogcontact gemaakt. Ja hoor, daar komt de eerste zin al. “Nou, ze hebben het hier niet echt naar hun zin.” Een waanzinnig scherpe opmerking. Semi-grappig, eigenlijk van net niks. Prima als openingszin dus. Maakt verder niet zoveel uit namelijk. Er is contact. Het meisje lacht. Contact bevestig. “Ja, ik zou bijna denken dat het aan mij ligt. Maar het zou natuurlijk ook aan jou kunnen liggen.” De jongen lacht ook. Een plagerig grapje. Kietelen met woorden. Bijna een aanraking. Er gaat nog iemand naast het meisje zitten. Begripvol, ondeugend lachend contact tussen jongen en meisje. Ze hebben hun eigen grapje. De hele situatie duurt misschien vijf minuten, maar er is een band. Er ontstaat een gesprek. Over het kerkhof dat ze passeren. Dat zij eigenlijk liever gecremeerd wil worden, hij weet het niet. Zij heeft er eigenlijk ook nog nooit heel diep over nagedacht. Zitten we nu over de dood te praten? Schaapachtig gelach.

Ze dansen met woorden om elkaar heen, verwachting in de lucht, maar hou het luchtig. De sneeuwschoenen zijn exceptioneel groot voor zo’n klein meisje. Daarbij is het mooi weer en is er geen sneeuw te bekennen. Ze gaat naar het strand met een vriendin. Hij is voor een afspraak voor zijn werk op pad. Eigenlijk stiekem naar een sollicitatiegesprek. Niet echt boeiend, dus hij houdt zich op de vlakte. Terecht. Ze lachen, hebben een leuk gesprek, weten elkaars naam niet, niet waar ze vandaan komen, of ze een vriendje of vriendinnetje hebben, wat hun ouders doen, of ze hobby’s hebben, broers of zussen en al helemaal niet of ze wel eens verschillende sokken dragen. Hoewel dat laatste zomaar ter sprake had kunnen komen tussen de begraafrituelen en de sneeuwschoenen. Dat alles is niet van belang. Het is mooi weer, ze zitten tegenover elkaar in de trein en ze hebben een leuk gesprek. Vrijblijvend, onschuldig, grappig. Ze staan er geen moment bij stil hoe toevallig het contact gemaakt werd. Als de eerste persoon naast het meisje was blijven zitten, hadden ze buiten naar zitten staren. Misschien een vluchtige blik op elkaar geworpen. Niet te lang, want de ander zou eens iets kunnen denken. Zonder aanleiding was de treinreis in stilte voorbij gegaan. Waren ze uitgestapt en in de menigte opgegaan. Nu niet, nu liep hij met haar mee. Ze moest nog overstappen op de trein naar Haarlem. Hij een tram pakken. Beetje haast, belangrijke afspraak.

“Ik moet daar op het bord kijken.” “Okay, ik moet rechtdoor.” “Nou, doei dan. Was gezellig.” “Jazeker, doei!”. En weg. Geen nummer gevraagd. Realiseerde hij zich natuurlijk pas in de tram. Stom! Nou ja, niet dat ze zijn type was. Maar had best gezellig kunnen zijn. Hij ging in de tram, naar het gesprek, ontmoette later een heel leuk meisje, maar zij vond hem uiteindelijk toch niet zo leuk. Zijn leven viel in duigen en hij bleef alleen. Zij ging naar het strand, ze had net twee weken een vriendje. Ze bleef bij dat vriendje omdat het leuker leek dan alleen te zijn. Met hem sprak ze nooit over begraven of gecremeerd worden. Sneeuwschoenenmeisje en sollicitatiegesprekjongen zagen elkaar nooit weer. Een vooruitspoeltruukje van twee levens die verschillende kanten op gaan! Gejat uit Lola Rennt, alleen doen die het beter. Ben maar een schrijvertje. Hoeveel mensen kom je tegen met wie je misschien wel gelukkig had kunnen worden? En misschien ook niet. Moet je ieder contact uitmelken en nazoeken of is het prima om iemand zo af en toe gewoon tegen te komen. En verder niks. Ik herinner me meer situaties waarin ik vergat om een nummer te vragen. Dat meisje dat met haar spijkerbroek vastzat in haar fietsketting. Uiteindelijk met een schaar de broek los moeten knippen. Ondanks mijn mannelijkheid kon ik de broek er niet uitsjorren. Vervolgens gewoon wegfietsen. Zo is het een leuk tafereeltje. Wat had een nummer vragen aan extra’s opgeleverd. Een gesprek vol stiltes? Conclusie dat sneeuwschoenenmeisje graag naar strandtenten gaat met DJ’s waar hij zich niet op zijn gemak voelt?

Misschien had het met spijkerbroekenmeisje wel waanzinnig geklikt. Was ze wel vaker onhandig en hij wellicht ook wat stuntelig, maar wel behulpzaam en had dat potje perfect op het dekseltje gepast, maar dan andersom. Of niet. De onbereisde wegen zijn precies dat. Stoffig, verlaten en onbewonderd. Ongeschreven verhalen. “Van wat voor muziek hou je?”, “Heb je broers of zussen?”

Leave a Reply