Ruzie met de dingen om je heen

U kent het vast wel. Nee, da’s een flauwe openingszin. Dan voelt zich gelijk verplicht om u in te leven in mijn probleempjes. Nou goed, wellicht kent u het. Zo’n dag. U weet wel. Dat alles net niet gaat. Net niet goed bedoel ik. Eigenlijk gewoon helemaal niet goed. Zelfs een intro van zo’n pokkestukje schrijven gaat dan voor geen meter.

Maar wat ik dus eigenlijk bedoel is ruzie met de dingen om je heen. De hele dag door. Bij mij gaat dat vaak gepaard met een gevoel van loomheid waardoor ik in een soort Matrix-tijd me lijk voort te bewegen, maar bij gaat alles dan dus precies niet goed. Die beker in mijn hand. Ik voel en realiseer me dat ik die beker goed moet vast houden.

U mag drie keer raden hoe het met die beker afloopt. Nee, dat mag u niet. U mag maar een keer raden. Het is per slot van rekening niet een hele grote gok. Maar als ik dan de resten dus sta op te zuigen struikel ik half over het snoer van de stofzuiger, die ook nog eens klem komt te zitten achter de stoelpoot. Geirriteerd geef een ruk aan het apparaat waardoor de stoel tegen mijn enkel aan knal.

Op dat moment moet ik eigenlijk ergens gaan zitten en verder gewoon blijven zitten. Misschien nog tv kijken, maar dan bestaat er het risico dat de afstandsbediening nog eens drie keer uit mijn hand schiet en over de vloer heen stuitert. Op dat moment stijgt de temperatuur van mijn bloed met minimaal vijftig graden (ik heb het nooit gemeten, maar ik vermoed dat ik er niet ver naast zit) en begin ik daadwerkelijk een hekel te krijgen aan al die objecten.

Volgens mij zien kinderen het helemaal goed als ze tafel voor stom uitmaken als zij er tegenaan stoten. We denken altijd wel dat het aan ons ligt, maar volgens mij spannen al die luxe-artikelen in je kamer zich eens per maand tegen je samen. Als straf voor het er klakkeloos vanuit gaan dat ze altijd maar doen, wat jij wilt. Een object begint de dans en de rest volgt probleemloos.

Mijn vriendin had eens een glazen schaal met aarde en plantjes op de rand van de schouw gezet. Boven die schouw staat een lamp op de kast en het snoer daarvan loopt naar de vloer. Het aan/uit-knopje bungelt dus ergens halverwege. Nu heb ik vrij lange armen en als ik die van langs mijn lichaam naar dat knopje beweeg komen ze langs die schaal. Gelukkig stond de zachte, stoffen mand van de poes onder de schaal. Daardoor overleefde deze zijn eerste vlucht neerwaarts. Na drie weken was het dingen alsnog aan diggelen.

Dat heeft op zich niks met de rest van het verhaal te maken, maar nu ik toch bezig ben, leek het me handig die schaal ook maar gelijk mee te nemen. Dingen, objecten, bezit. Pfff. Ik herinner me een maand waarin mijn stereotoren, televisie, koelkast, computer en fiets allemaal gezamenlijk besloten om er de brui aan te geven. Op dat moment vraag je je toch of het universum je iets te vertellen heeft. “Kom maar op dan! Wat is er dan in godsnaam!” Een antwoord blijft vanzelfsprekend uit.

Het leukste is als op je zo’n dag besluit te gaan klussen. Dan krijg je echt de volle laag. Openstaande keukendeurtjes, terwijl je moet bukken om een schroefje te pakken dat voor de vierde keer op de grond valt. Secondelijm die op je vingers wel goed werkt, maar op die kapstok die op je teen stuiters niet. De accu uit de bijbehorende boor die niet goed meer vastzit en dus op de net nieuwe tegeltjes stuitert. Met een barst tot gevolg.

Ja, apparaten zijn leuk. Dingen staan mooi en je moet je geld toch ergens aan uitgeven. Maar als ik nog erg veel meer ga kopen en daarna moet klussen (en als ik mijn vriendin een beetje ken, is de kans daarop vrij groot), moet ik toch maar eens een spoedcursus Yoga gaan overwegen. Alhoewel zo’n stukje erover ook tamelijk kan opluchten.

Leave a Reply